Drie wettelijke criteria voor een dienstbetrekking
Het Burgerlijk Wetboek bepaalt in artikel 7:610 en verder wat de wetgever verstaat onder een arbeidsovereenkomst. Met een arbeidsovereenkomst wordt ook wel bedoeld: dienstbetrekking. Aan de volgende drie vereisten moet cumulatief zijn voldaan om te kunnen spreken van een arbeidsovereenkomst c.q. dienstbetrekking:
- De werknemer is verplicht persoonlijk voor de werkgever te werken, dus mag zich niet vrijelijk laten vervangen door een ander;
- De werkgever is verplicht om de werknemer loon te betalen voor de werkzaamheden;
- De werknemer is hiërarchisch ondergeschikt aan de werkgever, hetgeen wil zeggen dat er tussen beiden een gezagsverhouding bestaat.
Indien aan één van vorenbedoelde criteria niet is voldaan, is er geen sprake van een dienstbetrekking. De door de Belastingdienst goedgekeurde modelovereenkomsten zijn dan ook zo opgesteld dat er telkens aan tenminste één criteria niet wordt voldaan.
Vrije vervanging en gezagsverhouding
Aan het tweede criterium, de verplichting om loon te betalen voor de werkzaamheden, zal in een commerciële opdrachtovereenkomst altijd worden voldaan. Uit de overeenkomst dient dan ook te blijken dat de opdrachtnemer zich ofwel vrijelijk mag laten vervangen, dan wel dat er geen sprake is van een gezagsverhouding. Het meest duidelijk is uiteraard als er zowel sprake is van het recht op vrije vervanging als de afwezigheid van een gezagsrelatie. Dat is echter niet verplicht; het is voldoende als er aan één van de twee criteria niet wordt voldaan.
Of er in voldoende mate sprake is van vrije vervanging of de afwezigheid van een gezagsrelatie moet van geval tot geval beoordeeld worden. De aard van het werk en de bijzondere omstandigheden van het geval spelen daarbij altijd een rol. Zo is van belang door wie je je precies mag laten vervangen. Indien de pool van vervangers in de overeenkomst sterk is ingeperkt, dan is er geen sprake van vrije vervanging, ook al mag je je binnen die kring vrijelijk laten vervangen.
Ook aan de gezagsverhouding zal van geval tot geval invulling gegeven worden. Zo kan in de bouw het werken met gereedschappen van de opdrachtgever een indicatie zijn voor het bestaan van een gezagsverhouding. Voor zakelijke dienstverlening kan de verplichting de werkzaamheden ten kantore van de opdrachtgever uit te voeren in die richting wijzen.
Keuze voor de juiste modelovereenkomst
Soms is het niet mogelijk om zowel het recht op vrije vervanging als het ontbreken van de gezagsverhouding in de overeenkomst te regelen. Het is dan zaak om het overblijvende criterium zo goed mogelijk uit te werken. Indien er, bijvoorbeeld, sprake is van een gezagsverhouding tussen opdrachtgever en opdrachtnemer, moet het recht op vrije vervanging zo goed zijn geregeld dat daarover geen twijfel kan bestaan. Daarom is het van groot belang om voor jouw specifieke situatie te bepalen welke modelovereenkomst past bij jouw manier van werken. Als opdrachtgever of als opdrachtnemer.
Wij helpen je met het maken van de keuze voor de juiste modelovereenkomst en maken deze voor je op maat. Neem contact op voor een vrijblijvende kennismaking per telefoon of e-mail.