Ondernemers die met elkaar willen gaan samenwerken, of hun reeds bestaand samenwerkingsverband willen formaliseren, hebben daarvoor een rechtsvorm nodig die bij hen past. Grofweg kun je de mogelijke rechtsvormen verdelen in twee categorieën
- De rechtsvormen zonder rechtspersoonlijkheid. Dit zijn de zogenaamde personenvennootschappen en hieronder vallen de vennootschap onder firma (VOF) en de maatschap.
- De rechtsvormen met rechtspersoonlijkheid. Hieronder vallen de besloten vennootschap (BV) en de coöperatie.
Het hebben van rechtspersoonlijkheid betekent dat de rechtspersoon (in dit geval dus de BV of de coöperatie) in het zakelijk verkeer wordt behandeld als een natuurlijke persoon. Dit betekent dat de rechtspersoon een contract op naam kan hebben, aangesproken kan worden wegens een tekortkoming in de nakoming van dat contract en zelfs failliet zal gaan. Rechtspersonen worden ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel.
Aansprakelijkheid
Als je met een andere ondernemer samenwerkt, bestaat de kans dat er in de uitvoering van de opdracht een (onopzettelijke) fout wordt gemaakt. Er bestaat een belangrijk verschil tussen de coöperatie en de maatschap voor wat betreft de aansprakelijkheid.
Aansprakelijkheid in een coöperatie
Voor de coöperatie geldt dat de rechtspersoon aansprakelijk is voor de gemaakte fout. Dit is dus de coöperatie zelf. De leden die de fout gemaakt hebben, merken daar in eerste instantie weinig van. De coöperatie kan op haar beurt echter wel het tekortschietende lid aansprakelijk stellen. Zo is het lid zelf uiteindelijk alsnog aansprakelijk. Mocht de coöperatie failliet gaan aan een schadevergoedingsclaim als gevolg van aansprakelijkheid, dan hoeven de leden niet bij te dragen in het ontstane tekort. Dit geldt alleen voor een coöperatie met uitgesloten aansprakelijkheid, een zogenaamde coöperatie U.A.
Aansprakelijkheid in een maatschap
Een maatschap heeft geen rechtspersoonlijkheid, dus de maatschap kan in de regel niet als geheel aansprakelijk worden gesteld. Het is een wijd verbreid misverstand dat binnen de maatschap alle leden steeds voor elkaar aansprakelijk zijn. Om die reden worden er ten onrechte vele rechtspersonen opgericht, uit angst voor aansprakelijkheid. De hoofdregel is echter dat iedere maat bij het aangaan van verplichtingen alleen zichzelf bindt. Wanneer hij tekortschiet in de nakoming van de verplichting, is hij dus ook zelf aansprakelijk, en niet de andere maten. Dit wordt anders indien de maat handelt uit naam van en met een volmacht van de andere maten. In dat geval bindt hij de gehele maatschap en zijn alle maten in het geval van een tekortkoming aansprakelijk. Meestal geldt dat de maten dan voor gelijke delen aansprakelijk zijn, maar het is ook mogelijk om contractueel een andere verdeling overeen te komen.
Aansprakelijkheid in privé en privé schuldeisers
Zowel voor de leden van de coöperatie als voor de maten in een maatschap geldt dat, wanneer zij persoonlijk aansprakelijk worden gesteld, zij met hun gehele privévermogen aansprakelijk zijn. Het bereiken van het privévermogen kan uitgesteld of zelfs geheel voorkomen worden door een BV op te richten en met de BV lid te worden van de coöperatie of maatschap. Ook bestuurders van een BV kunnen echter uiteindelijk privé aansprakelijk gesteld worden.
Privé schuldeisers kunnen zich niet verhalen op het vermogen van de coöperatie. Ondernemers die samenwerken in een coöperatie hoeven dus niet te vrezen dat zij opdraaien voor de privé schulden van hun partners. Voor een maatschap geldt in beginsel hetzelfde, met uitzondering van het volgende. Elke maat heeft een aandeel in de maatschap, dat is afgescheiden van het maatschapsvermogen. Dit is het tegoed op zijn kapitaalrekening, waartoe hij is gerechtigd. Ook dit valt onder het privévermogen. Een privé schuldeiser zal in het uiterste geval kunnen vorderen dat de maatschap wordt ontbonden, zodat dit privé vermogen binnen de maatschap vrij komt en de schuldeiser daarop verhaal kan halen. De kans dat deze situatie zich voordoet is niet groot. Veelal zal er ook sprake zijn van schuldeisers van de maatschap, en deze hebben het recht zich te verzetten tegen ontbinding van de maatschap. Wanneer de maatschap wordt ontbonden, wordt immers ook het afgescheiden maatschapsvermogen verdeeld onder de maten, waardoor de verhaalsmogelijkheid van de schuldeisers van de maatschap komt te vervallen.
Toch wordt in veel maatschapscontracten door de maten onderling aan elkaar het verbod opgelegd om schulden aan te gaan, anders dan de hypotheek voor de eigen woning. Hiervoor zijn diverse redenen. De maten willen niet het risico lopen dat een privé schuldeiser ontbinding van de maatschap vordert, ook al zal deze ontbinding meestal niet worden toegewezen. Daarnaast zijn de maten ook voor de zakelijke schulden privé aansprakelijk. Op een maat met aanzienlijke privé schulden valt minder te verhalen, hetgeen in een crisissituatie het voortbestaan van de maatschap in gevaar kan brengen.
Algemene voorwaarden
Zowel voor de coöperatie als de maatschap geldt dat het hebben van goede algemene voorwaarden en het juiste gebruik daarvan, veel problemen als gevolg van aansprakelijkheid kan voorkomen. Het is dan ook zeer aan te raden om algemene voorwaarden te laten opstellen, die passen bij de branche waarin je werkt en de rechtsvorm die je gekozen hebt. Lees hier meer over het nut van goede algemene voorwaarden.
Fiscale aspecten
Wet DBA
Over het zijn van ondernemer in de zin van de Wet op de Inkomstenbelasting is de laatste jaren veel te doen. Met het invoeren van de Wet DBA is geprobeerd om schijnzelfstandigheid te voorkomen en aan te pakken. Schijnzelfstandigen zouden niet meer als ondernemer mogen worden aangemerkt, maar als medewerker in (al dan niet fictief) loondienstverband. Klik voor meer informatie over de Wet DBA door naar dit of dit artikel.
Aantal opdrachtgevers
Wie door de Belastingdienst als ondernemer wil worden gezien, moet meerdere opdrachtgevers hebben. Voor de maatschap geldt dat iedere opdrachtgever die de ondernemer via de maatschap bedient, wordt meegeteld voor zijn persoonlijk aantal opdrachtgevers. Werkt de ondernemer in de maatschap voor vijf klanten, dan heeft hij dus vijf opdrachtgevers.
Voor de coöperatie geldt het vorenstaande niet. Een ondernemer die via de coöperatie voor vijf klanten werkt, heeft maar één opdrachtgever, namelijk de coöperatie. Om die reden wordt meestal aangeraden om buiten de coöperatie om nog andere opdrachtgevers te hebben. Soms is dat echter niet mogelijk, bijvoorbeeld wanneer er is afgesproken dat de ondernemer exclusief voor de coöperatie werkt. In uitzonderlijke gevallen is het dan mogelijk om door de Belastingdienst bevestigd te krijgen dat de ondernemer tóch als ondernemer in de zin van de Wet op de Inkomstenbelasting wordt aangemerkt, zodat hij gebruik kan maken van alle ondernemersfaciliteiten, waaronder de zelfstandigenaftrek en de MKB-winstvrijstelling. Of deze bevestiging van de Belastingdienst, de zogenaamde ‘ruling’, gemakkelijk verkregen kan worden, hangt onder meer af van de mate van zelfstandigheid van de ondernemer. Het maken van een inschatting over de haalbaarheid van het verkrijgen van een ruling, is altijd maatwerk. Indien je hierover nadere informatie wilt, kun je contact opnemen via het contactformulier of per e-mail.
Keuze voor coöperatie of maatschap
De keuze voor de ene of andere rechtsvorm is altijd afhankelijk van een aantal factoren. Zo zal je persoonlijke situatie een rol spelen, met daarin onder meer de volgende elementen: heb je al een BV of een andere rechtsvorm waarmee je werkt, wat is de omvang van een eventuele schadevergoeding als je in jouw branche aansprakelijk wordt gesteld en heb je meerdere opdrachtgevers? Daarnaast speelt de mate van binding tussen de ondernemers een rol: in hoeverre willen jullie samen een bedrijf opbouwen, waarin de eigen onderneming mogelijk iets naar de achtergrond verschuift (maatschap) tegenover het doen van, al dan niet incidentele opdrachten op factuurbasis. Zal er naar verwachting een groot verloop zijn van ondernemers die zich aanmelden, een opdracht doen, en weer vertrekken, of wordt er met een beperkte groep ondernemers een duurzaam samenwerkingsverband opgebouwd? Hoeveel waarde hecht je aan een sterk merk en het bewaken en uitbouwen daarvan?
Wij kunnen je helpen met het beantwoorden van de deze vragen. Als duidelijk is welke rechtsvorm geschikt is, volgt de oprichting. Voor een maatschap betekent dit het opstellen van een overeenkomst en de ondertekening daarvan door alle maten. Voor het oprichten van een coöperatie schakelen wij, nadat we de statuten met de ondernemers hebben afgestemd, een notaris in. Voor de beide trajecten geldt een vaste prijs.